1:00:01
Er zijn arbeids- wetten
tegen zoveel werk.
1:00:03
Je denkt toch niet dat ik
een opdrijver ben wel?
1:00:06
Die meid, weet van geen stoppen.
1:00:09
Ze wil steeds doorgaan met,
schoonmaken, altijd schoonmaken.
1:00:15
Wow, dit is echt mooi.
1:00:20
Ja, versierend.
Hé...
1:00:23
Versierend, mijn tussenstop.
1:00:27
Wie is dat?
1:00:31
Ooh die dikke opgepomte maf
met de vacht?
1:00:34
Ja...
Dat is mijn trainer.
1:00:38
Hang jij je trainer aan de muur?
1:00:40
Nou euh weet je voor inspiratie...
1:00:42
...wil ik er op een dag
ook zo uit zien.
1:00:44
En s'morgens kijk ik naar....
1:00:46
Heb jij de Titanic gezien?
1:00:47
Nee ik...
Ik ook niet.
1:00:49
Wil je ook wat drinken?
1:00:51
Ja, een glas wijn is goed.
1:00:53
Wijn... Aaah...
1:00:55
Ik haal een glas wijn, en euh...
1:01:00
Dat staat toch in de keuken.
1:01:02
Dat weet ik niet,
dit is jouw huis en bezit.
1:01:04
Ooh ik, en bezit.
1:01:07
Dat klopt.
Het is mijn bezit.
1:01:09
Dat klopt, dat klopt.
1:01:10
Ik haal een fles van minj wijn.
In mijn huis.
1:01:13
Het is mijn huis...
En ik woon hier...
1:01:37
Verdomme kleine meid.
1:01:39
Je kunt het wel weg werken.
1:01:44
Daar zeg je wat.
1:01:48
Voila.
1:01:53
Ooh je hebt een hond?
1:01:55
Nee ik heb geen verdomde hond.
1:01:59
En, wie zijn...