:26:34
	Hallo, bij de Martins.
:26:44
	Is Oliver daar?
:26:46
	Ja, een ogenblikje.
:26:49
	Ja?
- Telefoon.
:26:56
	Hallo? Oliver?
- Daar spreek je mee.
:27:01
	Met Emily.
Ik weet niet of je me nog kent.
:27:06
	Emily uit New York?
- Ja.
:27:09
	Hallo?
:27:11
	Ik heb 'm al Ellen.
:27:13
	Dat had ik niet door, sorry.
:27:16
	Wat een sufferd, hè?
Ben je er nog?
:27:20
	Ja, ik ben er nog.
:27:22
	Wat voor nieuws?
:27:24
	Ik vroeg me gewoon af...
:27:27
	Ik zag zo ineens je nummer
:27:29
	en ik dacht bij mezelf...
:27:32
	'Wat zou Oliver aan het doen zijn?'
:27:36
	Je hebt waarschijnlijk plannen
voor vanavond,
:27:38
	maar heb je geen zin om deze middag
een kop koffie te gaan drinken?
:27:43
	Prima.
- Echt?
:27:46
	Oliver.
- Ik ben aan het bellen.
:27:48
	Weet ik, maar ik verwacht een telefoontje.
:27:50
	Je hebt een pager Ellen.
:27:51
	In een pager kan ik niet praten.
- Ellen, ophangen.
:27:54
	Wat ben je toch een eikel.
:27:56
	Ophangen, Ellen. Mam, zeg eens
tegen Ellen dat ze op moet hangen.