1:22:41
Wat deed je bij die achterdeur?
1:22:42
Wat deed je daar? - Wat bedoel je?
Ik zag je daar.
1:22:46
Wat heb je ze verteld?
Waarom liet je ze niet naar binnen?
1:22:51
Wat zijn ze van plan?
- Wat is hier aan de hand?
1:22:53
Je had geen gelijk.
Hij werkt voor Duvall.
1:22:56
Hij heeft de handboeien
van de achterdeur gehaald.
1:23:02
Wat zijn ze van plan?
Beantwoordt de vraag.
1:23:05
Verdomme, ik ben een agent hoor.
1:23:08
Ik hoef jou helemaal niets te vertellen.
1:23:12
Wat zijn ze van plan, agent?
1:23:18
Dus nu is het iets tussen ons geworden,
sergeant?
1:23:23
Het draait niet om ons,
nog niet.
1:23:27
Wat deed je bij de achterdeur, kapitein?
- Ik was het niet, Jake.
1:23:30
Wat is het plan?
- Ik ben daar helemaal niet geweest.
1:23:32
We geloofde hem al eerder,
en dat kostte ons bijna de kop.
1:23:36
Laten we hem nog een keer leven,
dan verdienen we te sterven.
1:23:41
Jij en ik zijn vrienden Jake,
ga je me nu vermoorden?
1:23:45
Wat zijn ze van plan?
- Er is geen plan.
1:23:48
Dwing me niet je te vermoorden.
- Wat doe je, Luister.
1:23:55
De AV-5 is bijna in positie.
Tien seconden, dan zijn we er.