:33:01
Het brak mijn hart dat jij geen bal kon gooien.
:33:05
Jij was bang van de kasten.
:33:08
Vertelde ik je dat?
:33:10
En ik vertelde je dat kasten niet eng zijn...
:33:13
maar dingen onder het bed,
daar moet je bang van zijn.
:33:16
Ik moet naar huis om het eten van papa
klaar te maken.
:33:23
Ik wed dat je geen eten in huis hebt, ofwel?
:33:26
Zal ik je later wat brengen.
- Je hoeft dat niet te doen..
:33:29
Het is beangstigend hoe huiselijk ik ben geworden.