1:21:21
Maar het lekkerst vonden ze de cacaoboon.
1:21:29
De Oempa-Loempa moesten blij zijn als
ze er drie of vier perjaar vonden.
1:21:33
Maar, oh wat hadden ze er zin in.
1:21:37
Ze konden alleen maar aan die cacaobonen
denken.
1:21:45
De cacaoboon is de boon waarvan ze chocolade
maken. Dus zei ik tegen het opperhoofd:
1:21:50
Kom in mijn fabriek wonen.
1:21:52
lk heb genoeg cacaobonen
voor iedereen.
1:21:56
lk kan je zelfs uitbetalen in
chocolade als je dat wilt.
1:22:10
Het zijn erg harde werkers.
1:22:13
Toch moet ikje toch waarschuwen hoor,
ze zijn erg ondeugend.
1:22:16
Ze maken altijd grapjes.
1:22:18
Caspar, mijn kind, dat is
niet verstandig om te doen!
1:22:24
Hé, kleine knul.
1:22:26
Mijn chocolade mag niet door mensenhanden
worden aangeraakt.
1:22:36
Hij zal verdrinken.
1:22:39
Hij kan niet zwemmen.
1:22:41
Red hem!
1:22:44
Caspar! Nee!
1:22:53
Caspar!