:21:30
Is er iets?
- Ik zoek naar mijn dochter.
:21:35
Hebt u haar voorbij zien komen?
- Ik denk het niet.
:21:40
Hoe oud is zij?
- Zij is zes.
:21:42
Nee, ik heb haar niet gezien.
:21:48
Kan ik u helpen, mevrouw?
:21:53
Dames en heren,
het spijt me dat ik u stoor...
:21:55
maar we hebben iets
wat voor het eerst voorkomt.
:21:57
Kennelijk is ons vliegtuig groot genoeg
om een kind kwijt te raken.
:22:01
Haar naam is Julia Pratt, zij is zes jaar,
zij draagt een blauw jurkje.
:22:05
Als u haar ziet
of als zij met één van uw kinderen speelt...
:22:08
druk dan alstublieft nu op de bel.
:22:10
Wij hebben hier een ongeruste moeder.
Dank u.
:22:25
Alle kinderen zouden een koebel moeten dragen.
:22:38
Iemand moet haar gezien hebben.
:22:41
Heeft iemand gebeld?
:22:43
We moeten het vliegtuig doorzoeken...
:22:45
en ik weet niet hoe te beginnen.
:22:47
Mevrouw Pratt,
ik weet zeker dat zij in orde is.
:22:49
Nee, dat is ze niet.
:22:53
Zij heeft iets meegemaakt,
ze is niet zichzelf op het moment.
:22:58
Kunt u het riemenvast lampje aandoen of...
- Ik denk dat we op de zaken vooruit lopen.