:26:05
Gewoon een oude schoolvriend.
:26:09
Van vroeger.
- We zaten net te eten.
:26:12
Sorry.
Ik had ze wel in de auto willen laten...
:26:15
maar deze hier, die ruikt...
:26:17
een airco al van een afstand,
als een bloedhond teef.
:26:20
Een beetje respect voor mijn huis.
:26:23
Kunnen we ergens...
:26:25
even praten?
:26:28
Dingen lopen niet altijd...
:26:30
zoals jij het wil.
:26:33
Omdat jij toevallig beleg hebt...
:26:35
betekent nog niet dat ik je brood geef.
:26:39
Ik weet dat je veel geleerd hebt...
:26:42
van het leven op straat.
:26:44
Ik zal je vertellen wat ik
tijdens mijn werk geleerd heb.
:26:47
Er zijn twee soorten mensen.
:26:49
Er zijn mensen die praten
en er zijn mensen die werken.
:26:53
Mensen die werken, praten soms.
:26:57
Maar meestal praten ze niet,
want ze zijn aan het werk.
:27:01
Als het voor mensen die praten,
tijd wordt om te gaan werken...
:27:05
weet je wat ze dan doen?
- Wat dan?
:27:08
Ze praten mensen als ik om,
om voor hun te gaan werken.
:27:10
Ik vraag je gewoon...
:27:13
Luister gewoon naar wat ik hier heb.
:27:17
Als je het niets vindt,
verdwijn ik uit je leven.
:27:31
Kan ik iets voor jullie inschenken?
:27:35
Nee, mevrouw.
:27:38
Je haar zit heel leuk.
:27:40
Er zitten wat kleurtjes in.
:27:43
Dank je.
:27:46
Ik heb een hele goeie kapper in Germantown.
:27:48
Voor de kleuren.
:27:50
Dat klinkt goed.
- En de hele tijd zit er dit in.
:27:57
En dan kom ik.
- Wanneer begin je?
:27:59
Ik moet er even in komen, momentje.