1:20:12
Ik kom feesten
1:20:15
Hoe gaat het met je?
Waar is hij?
1:20:18
Aan die grote tafel.
1:20:21
Ik zie hem niet.
- Ik breng je er heen. Klaar?
1:20:27
Laten we eerst wat drinken.
1:20:30
Goed dan.
1:20:32
Ik zie dat je een wapen bij je hebt.
- Schijt een beer in het bos?
1:20:37
Wie is dat?
1:20:40
Ik kan m'n ogen niet geloven.
1:20:45
moet iemand hebben, die me vertelt waar ik naar sta te kijken
1:20:49
Kan dit waar zijn?
1:20:52
De enige echte...
1:20:55
Ben jij het?
1:20:57
Jij vette, zwarte viespeuk.
- Mijn vriend.
1:20:59
Vet etende dikzak.
- Mager mannetje.
1:21:02
Je kan je eigen lul niet zien.
- Midden Oosters stiefkind.
1:21:04
Je bilspleet is langer dan de Mississippi.
1:21:07
Dikke, zwarte smeerlap.
1:21:09
Hoe gaat het?
- Kom hier, vriend.
1:21:12
Hoe gaat het met je?
- Zo goed als vroeger.
1:21:14
Ja, dat was het.
- Vroeger.
1:21:15
Als vroeger.
1:21:17
Kom mee wat drinken, ik betaal.
1:21:19
Een drankje in je hand
en een lekkere meid op je schoot.
1:21:21
Dat heb ik nodig.
1:21:26
Zullen we er naar toe gaan?
1:21:28
Wacht eventjes.
1:21:49
Ik denk dat je Djay al kent.
1:21:53
Ik zou niet weten wie dit is.
- Het is al lang geleden.
1:21:56
Nee, het is goed.
Fijn dat je weer thuis bent.
1:21:58
Iedereen zegt maar dat ik
te lang ben weggeweest.