1:02:29
Een geschenk voor jou.
1:02:34
Je concurrent is niet dood.
lk ben bang dat hij zal sterven.
1:02:39
Maar ik wil jou de kans
geven hem te vermoorden.
1:02:49
Deze man kwam hier en hoopte
jou plaats te kunnen overnemen.
1:02:58
Of klopt dat niet?
1:03:11
Nee, ik kwam hier niet om
aan mijnheer Baptiste te leveren.
1:03:15
lk ben hier om aan zijn
vijanden te leveren.
1:03:21
En ik kan zeggen dat mijn
missie geslaagd is.
1:03:27
Hij heeft je familie vermoordt.
1:03:30
Je oom...
1:03:32
toen hij jou heeft
proberen te vermoorden.
1:03:43
Nee.
=Nee?
1:03:48
Je wilt wel dat hij
afgemaakt wordt...
1:03:53
Nee.
=Nee, nee, ik...
1:03:59
Je wilt hem dood hebben maar je wilt
het zelf niet doen.