:30:00
Op z'n minst.
:30:02
Je leest niet veel, hè?
:30:03
Daar heb ik geen tijd voor.
:30:05
Wat doe je dan?
:30:07
Ik werk voor wat Amerikanen.
:30:11
Rijke Amerikanen, toch?
:30:18
Yvonne, ik denk dat Avner met je
naar bed wilt.
:30:26
Ik mis je, man.
Vroeger hielden we van elkaar.
:30:29
Dat is lang geleden.
:30:31
Toen zaten we nog op school.
:30:35
Dat is 60.000 dollar.
:30:37
Ik heb wat namen van
mensen die ik moeten...
:30:41
Zoeken voor mijn rijke
Amerikaanse vrienden.
:30:46
Geef me mijn geld, Yvonne.
:30:50
Honderdvijftig.
- Honderd, cash.
:30:55
Honderdduizend dollar.
:31:00
Die mensen die ik zoek,
ken je niet.
:31:04
Vind je het erg?
- Nee.
:31:08
Maar misschien ken je iemand die ze kent.
:31:11
Werk je voor Amerikanen?
:31:14
Ja. Zie je?
:31:21
Ik zal het aan wat vrienden vragen.
:31:23
Onderduiken?
De Arabieren duiken niet onder.
:31:26
München was een groot succes voor hen.
:31:30
Ze hebben de aandacht van iedereen.
:31:32
Ze nemen nieuwe mensen aan,
maken plannen...
:31:35
Geef me een paar namen.
:31:40
Ik kan je niet helpen als ik niet weet
wie je probeert te vinden.
:31:43
Je zult me moeten vertrouwen.
:31:45
Jij moet mij vertrouwen.
:31:48
Ik vertrouw je.
Je loopt met geld en praat niet.
:31:51
Tegenwoordig praat iedereen.
Zoals je vriend Andreas.
:31:57
Noem er een paar.