:21:00
om 't mooie uitzicht voor me
te bewonderen.
:21:05
Daar ik me zo ver van het dek bevond
:21:07
kon ik het schip zien
als een afzonderlijke boot.
:21:11
Daar rees vanuit het water,
:21:13
slechts ondersteund
door de kleine, zwarte romp,
:21:16
een piramide van canvas,
die zich ver over de romp uitstrekte
:21:21
en haast verheven was,
zoals het leek in de duistere nacht,
:21:26
tot in de wolken.
- Pardon, is er nog wat eten?
:21:31
Ja, ik haal wel wat.
Wil je ook nog wat maïsbrood?
:21:35
Nee, dank je.
:21:38
Charley, stoofpot? George?
- Nee, dank je.
:21:48
Dank je wel.
- Geen dank.
:22:01
Zo kalm ook was de zee,
en zo regelmatig de bries,
:22:06
dat als deze zeilen
uit marmer waren gehakt,
:22:09
ze niet beweginglozer hadden kunnen zijn.
:22:12
Niet één rimpel op het oppervlak
van het canvas,
:22:15
zelfs geen beroering
aan de randen van het zeil,
:22:20
zo perfect bolde de wind de zeilen.
:22:24
Het uitzicht slorpte me zo op, dat ik vergat
dat er nog iemand met me meekwam.
:22:29
Tot hij, half tegen zichzelf, zei:
:22:32
'In alle stilte doen ze hun werk.'
:22:41
Charley, waar ben je?
:22:46
Charley, geef antwoord.