1:21:09
Hoe is de wind, pap?
1:21:11
Geweldig.
1:21:31
Het enige wat ik hiervan begrijp...
1:21:35
is het gegil.
1:21:42
Hoe werkt dit?
1:21:44
Ga jij hierna?
- Hij zal niet springen.
1:21:47
Hij is te bang. Hij is een toeschouwer.
1:21:53
Ga jij niet springen?
- Nee, hij zal niet springen.
1:21:55
Ik ga nog een keer,
tenzij jij het een keer wilt proberen.
1:22:00
Nee, ik niet.
1:22:02
Ik ben ook een toeschouwer.
1:22:16
Ga jij met mijn moeder trouwen?
1:22:23
Weet ik niet. Het is...
1:22:25
het is moeilijk. Je moeder is...
1:22:29
Zij is lastig.
1:22:31
Dat was ze vroeger niet.
1:22:33
Vraag maar aan wie dan ook.
Ze was altijd heel lief.
1:22:38
Jij zou met haar moeten trouwen, Denny.
1:22:40
Zou dat je gelukkig maken?
1:22:43
Dat zou het zeker, ja.
1:22:55
Jouw dochter vroeg me...
1:22:57
vandaag of ik met je ging trouwen.