1:26:04
Hij leeft. Hij is in de villa.
1:26:06
Ga zitten.
- Hij is daar. Ik heb hem gezien.
1:26:09
Ik dacht wel dat hij er zou zijn.
- Hij is heel oud, maar we kunnen hem buiten krijgen.
1:26:13
Er zijn geen bodyguards, alleen een verpleegster.
1:26:15
Pak dit.
1:26:19
Ben je gek? We halen hem eruit en stellen
hem terecht in Israel. - Eyal!
1:26:23
Het is geen probleem. We kunnen het met z'n tweeën.
We hebben alleen een auto nodig...
1:26:27
en dan brengen we hem naar de oppikplaats.
- Je snapt het niet. Niemand weet ervan.
1:26:32
Hoe bedoel je? We zijn...
- Er is geen wij, geen auto, geen oppikplaats.
1:26:36
Je moet dit zelf afmaken.
1:26:39
Jij alleen. Vernietig hem.
1:26:42
Hem vernietigen?
- Ja.
1:26:45
Vernietigen.
- Maar Menachem...
1:26:48
We kunnen hem eruit halen.
- Eyal, luister goed.
1:26:52
Waarom ben je hier gekomen?
Om die man te vinden toch? Je hebt hem gevonden.
1:26:56
Dus misschien is hij halfdood.
Maar slechts half.
1:26:59
En dit is onze kans. Zo ontloopt hij zijn straf niet.
1:27:04
Ga! Doe wat je doen moet.
1:27:06
Voor mij, voor je moeder.
1:27:10
Ga!
1:27:11
Wees niet bang.
1:27:17
Hem pakken voordat god het doet?
1:27:18
Ja. Pak hem voordat God het doet.