:30:00
Ik zat daar langer dan me lief is.
:30:03
De ene een schaakmeester,
de andere een huurmoordenaar.
:30:08
Ze spraken nooit met elkaar,
maar ze wisten alles van elkaar.
:30:12
Eén keer per dag kwam een bejaarde
tweeling de boeken brengen.
:30:17
Dat deden ze al 22 jaar.
:30:22
Ik schreef alle schaakzetten op
en hoe ze opgebouwd waren...
:30:26
op de laatste pagina's van
boeken met onderwerpen zoals:
:30:30
Theoretische, deel vier.
Wiskunde en kwantummechanica.
:30:37
Ik gebruikte ze als afleiding.
:30:40
Ik onderschepte de boeken,
omdat ik tussen hen inzat.
:30:43
Een gevaarlijke combinatie:
schaken en raadsels.
:30:48
Deze mannen zaten al tien jaar
alleen, zonder onderbreking.
:30:51
Niet anders te doen, dan aan de
ruimte van een ander te denken.
:30:57
Ze dachten veel...
Ze dachten heel wat af.
:31:02
Ik dacht dat ik slim was.
:31:05
Zij waren van een andere klasse.
De eredivisie van het gedachtenspel.
:31:10
De ultieme truc voor het ultieme
spel ontwikkelen, dat was hun ambitie.
:31:13
Altijd sneller, altijd groter denken.
:31:16
Na een tijd hadden ze het gevonden.
Schaak.
:31:21
Een formule om het ultieme
spel te winnen.
:31:23
De formule.
Ik kon er het belang niet van inzien.
:31:27
Toen ze met zo'n formule
kwamen, geloofde ik ze.
:31:32
Ze hadden gelijk.
:31:35
Hun tijd was gekomen.
:31:37
Het was tijd om te
ontsnappen uit hun cel.
:31:41
Ze hadden het nooit over
beton en staal.
:31:44
Ik twijfelde niet aan ze.
Ze konden overal naartoe gaan.
:31:47
Ik kon hun eten door de dikke
betonnen muur heen ruiken.
:31:51
Dat maakte me gek.
Schoften.
:31:56
Ze beloofden me mee te nemen
als ze gingen ontsnappen.