:48:00
Maar ze zijn altijd consistent.
:48:04
Regel één: slimmer word je
alleen van een nog slimmere.
:48:09
Regel twee: hoe ingewikkelder het
spel, hoe slimmer je tegenstander.
:48:16
Als je tegenstander erg goed is,
plaats je hem in een omgeving,
:48:21
die je kunt beheersen.
:48:22
Denk aan de omgeving... des te
makkelijker je hem kunt leiden.
:48:25
Geef de hond een bot en vindt
zijn zwakheid.
:48:30
Geef hem een beetje van wat hij wil.
:48:35
Schaak?
:48:36
De tegenstander misleidt het slachtoffer,
door hem zijn eigen eten te voeren.
:48:47
Schaak.
:48:50
Hoe herken ik een slang?
- Niet over inzitten.
:48:53
Je wordt slimmer als je
tegen een slang speelt.
:48:57
Hoe groter en ouder de truc...
:49:00
des te makkelijker te winnen.
:49:03
Gebaseerd op twee principes:
:49:04
het kan niet zo oud en groot zijn, als
er al zovelen zijn ingetrapt.
:49:13
Uiteindelijk wordt je tegenstander
uitgedaagd door vragen.
:49:17
Dat brengt zijn investering in gevaar en
zijn intelligentie wordt betwijfeld.
:49:23
Dat kan niemand accepteren.
:49:25
Zelfs niet voor jezelf.
:49:32
Schaakmat.
:49:34
Ik speel niet meer tegen jou.
- Je vindt altijd een goede tegenstander.
:49:38
Op een plek waar je nog nooit keek.
:49:41
Je hebt meer trucs dan een clown
zakken heeft, nietwaar, Mr Green?
:49:57
ls alles goed?