Beowulf
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:05
Ik zal het toch te weten komen.
1:10:09
Bedreig je me ?
1:10:11
Ik ken ergere dingen.
1:10:18
Ik wil het weten.
1:10:33
De familie van mijn moeder had
een buitenpost zoals deze.

1:10:39
Op een avond, toen ze jong was,
zag ze een licht.

1:10:44
Een mooi, zilveren licht
dat haar naam riep.

1:10:49
Ze werd gelokt.
1:10:53
Ze volgde het naar een nis in
de heuvel die er vroeger niet was.

1:10:58
Binnen wachtte hij op haar.
1:11:00
Hij ?
1:11:04
Drie maanden lang
zocht ze hem elke avond op.

1:11:09
De laatste nacht
van de derde maand...

1:11:13
... zei hij dat ze zwanger was.
1:11:17
- De naam van het kind moest...
- Beowulf zijn.

1:11:22
Wie was hij ?
1:11:25
Mijn moeder stierf
zonder het te weten.

1:11:28
Maar de ouderlingen wisten het.
1:11:32
Mijn vader was Baal, God van
de Duisternis, Heer der Leugens.

1:11:37
Dat geloofde je toch niet ?
1:11:42
De enige manier
om niet slecht te worden...

1:11:47
... is het kwaad te bevechten.
1:11:52
Zo moet het dus zijn.
1:11:56
Strijd na strijd...
1:11:59
... tot je sterft.

vorige.
volgende.