:28:01
Weet je, Mr. Bernstein...
:28:05
was ik niet zeer rijk geweest...
:28:08
dan had ik misschien een
goed mens geweest.
:28:10
Denk je niet dat je dat bent ?
:28:14
Ik denk dat ik het er, gezien de
omstandigheden, vrij goed vanaf gebracht heb.
:28:19
Wat had je graag geworden ?
:28:24
Alles wat jij verafschuwt.
:28:35
Excuseer meneer ? Wat zei je daar ?
:28:38
- Het is 430. Nietwaar, Jennings ?
- Jawel mevrouw.
:28:41
Je hebt van een zeldzaam voorrecht
genoten, jongeman.
:28:44
- Heb je gevonden wat je zocht ?
- Nee.
:28:49
- U bent toch Rozenknopje niet ?
- Wat ?
:28:51
Rozenknopje, en uw naam is Jennings ?
:28:54
Vaarwel, iedereen.
Bedankt voor het gebruik van de hal.
:28:59
Wie heeft het hier druk ? Ik ?
Ik ben de voorzitter van de raad van bestuur.
:29:03
Ik heb tijd zat.
Wat wil je graag weten ?
:29:05
We dachten misschien... als we te weten komen
wat hij bedoelde met zijn laatste woorden...
:29:09
- ... op zijn sterfbed.
- Die "Rozenknopje" ?
:29:12
Misschien een vrouw ?
:29:14
Er waren er een hoop in het begin.
:29:16
Het is onwaarschijnlijk dat Mr. Kane
zomaar iemand ontmoet heeft...
:29:20
om dat 50 jaar later, op zijn sterfbed...
:29:22
Wel, jij ben nog jong, Mr. Thompson.
:29:27
Een kerel herinnert zich een hoop dingen
waarvan hij het nooit gedacht had.
:29:30
Neem mij bijvoorbeeld.
:29:32
Op een dag, in 1896, toen ik
met de ferry de Jersey overstak...
:29:37
toen we vertrokken kwam de andere,
ferry net binnen gelopen...
:29:40
en op die ferry zat een vrouw
te wachten om aan land te gaan.
:29:44
Ze had een wit kleed aan.
:29:45
En droeg een witte parasol.
:29:48
Ik zag haar maar een seconde.
:29:51
Zij zag me niet, maar ik durf wedden
dat er sindsdien geen maand is voorbij...
:29:57
gegaan dat ik niet aan haar gedacht heb.