:09:25
Neem hier een slokje van.
:09:31
Er waren twee rechercheurs
aan de deur. Ze zochten jou.
:09:37
Ik had gezegd dat ik wilde helpen.
Neem een slokje.
:09:42
Dat was het niet.
Ze kwamen je arresteren.
:09:47
Ze zeiden dat je Ken een blusser
vol benzine hebt gegeven.
:09:53
Ik heb hem vermoord?
Waarom zou ik?
:09:58
Ken was mijn beste vriend.
Hebben ze Fry niet gesproken?
:10:03
Er werkt geen Fry op de fabriek.
- Ik heb hem twee keer gezien.
:10:09
Ken heeft hem ook gezien.
:10:11
Fry gaf mij de blusser en Ken zei:
Geef mij dat blusapparaat.
:10:17
Fry was bij de brand.
:10:22
Hij wist natuurlijk
dat er benzine inzat.
:10:26
Hij keek gewoon toe hoe...
:10:35
Ga alsjeblieft weg.
:10:40
Gelooft u me niet?
Denkt u dat ik erachter zit?
:10:45
Ik heb niets tegen de politie gezegd.
Ik weet het niet...
:10:51
Het is zo verwarrend.
- Waarom zoeken ze die Fry niet?
:10:58
Ga nu maar.