For Whom the Bell Tolls
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:22
Lk kam het zo.
:19:29
Eet nu maar!
:19:35
Hier, brood.
:20:13
Hoe heet je?
:20:15
Maria. En jij?
:20:18
Roberto.
:20:23
Ben je hier al lang?
:20:27
Zo lang.
:20:30
Orie maanden. Ze hebben me
in Valladolid geschoren.

:20:33
Ze brachten me met de trein naar 't
zuiden. - Pablo blies 'm de lucht in.

:20:38
Veel mensen werder weer gegrepen,
maar mij redden ze,

:20:42
Pilar en zij. - Zij was weggerend en
had zich in de rotsen verstopt.

:20:48
Je had haar moeten zien!
:20:51
Ze was helemaal kaal
en huilde de hele tijd

:20:54
en als iemand haar aanraakte,
rilde ze als een natte hond.

:20:59
Man, ze was echt lelijk!
- Oat kun je wel zeggen,


vorige.
volgende.