For Whom the Bell Tolls
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:03
Ik heb niets gezien. Wat doe je hier?
Nog een trein in de lucht blazen?

:25:08
Nee, een brug.
- Oat is beter.

:25:10
Wij hebben paarden.
Bruggen opblazen en wegwezen!

:25:13
Lk heb er genoeg van! We kwijnen
hier weg, omdat we niet vechten.

:25:18
Pablo drinkt alleen nog maar.
Zo'n leven maakt hem kapot.

:25:23
Wat zag je in mijn hand?
- Niets.

:25:26
Jawel!
:25:29
Lk ben nieuwsgierig, ik geloof niet
in die dingen. - Waar geloof jij in?

:25:34
In mijn werk.
- Oat heb ik gezien. - En verder?

:25:37
Niets.
:25:40
Oie brug is dus heel moeilijk.
- Nee, belangrijk.

:25:43
Maar het is misschien moeilijk.
- Ja.

:25:46
Ik kijk nog eens.
Hoeveel mannen zijn er hier?

:25:50
5. Oe zigeuner is niets waard,
maar hij bedoelt het goed.

:25:54
Maar Pablo vertrouw ik niet meer.
:25:59
Bedankt. Ik vind 't goed wat je zegt.
- Ik probeer eerlijk te zijn.

:26:05
Vertel me dan wat je
in mijn hand hebt gelezen. - Nee.

:26:09
Ik heb niets gezien.
:26:13
Ga maar naar de brug.
Ik let wel op je spullen.

:26:17
Ik zeg 't nog een keer.
Ik ben blij dat je bent gekomen.

:26:22
Wij begrijpen elkaar.

vorige.
volgende.