For Whom the Bell Tolls
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:00
Lk kan nog wel 2 keer eten. - Oonder
op! En stuur Andrés naar me toe!

:24:07
Hallo, Engelsman!
:24:09
Hoe is 't met jou en de republiek?
- Goed.

:24:12
Allebei goed.
- Heel fijn.

:24:16
Wat zei de zigeuner over mij?
- Oat je een echte vrouw bent.

:24:20
En ik vind dat hij gelijk heeft.
:24:24
En wat zei je tegen de jonge vrouw?
- Niets.

:24:28
Ze was erdoor in de war. - Ik heb
grapjes gemaakt. - Grapjes?

:24:33
Weet je, Engelsman: Ze is
nog jong, nog niet zo hard als wij.

:24:38
En ze heeft erge dingen
meegemaakt, begrijp je?

:24:42
Lk denk het wel.
- Ik maak me zorgen over haar.

:24:46
Wanneer vertrek je?
- Over 3 dagen, als ik nog leef.

:24:50
Waarom zeg je dat?
Oat brengt geen geluk.

:24:54
Laat me je hand zien!
:24:59
Nou?
- Niets.

:25:03
Ik heb niets gezien. Wat doe je hier?
Nog een trein in de lucht blazen?

:25:08
Nee, een brug.
- Oat is beter.

:25:10
Wij hebben paarden.
Bruggen opblazen en wegwezen!

:25:13
Lk heb er genoeg van! We kwijnen
hier weg, omdat we niet vechten.

:25:18
Pablo drinkt alleen nog maar.
Zo'n leven maakt hem kapot.

:25:23
Wat zag je in mijn hand?
- Niets.

:25:26
Jawel!
:25:29
Lk ben nieuwsgierig, ik geloof niet
in die dingen. - Waar geloof jij in?

:25:34
In mijn werk.
- Oat heb ik gezien. - En verder?

:25:37
Niets.
:25:40
Oie brug is dus heel moeilijk.
- Nee, belangrijk.

:25:43
Maar het is misschien moeilijk.
- Ja.

:25:46
Ik kijk nog eens.
Hoeveel mannen zijn er hier?

:25:50
5. Oe zigeuner is niets waard,
maar hij bedoelt het goed.

:25:54
Maar Pablo vertrouw ik niet meer.
:25:59
Bedankt. Ik vind 't goed wat je zegt.
- Ik probeer eerlijk te zijn.


vorige.
volgende.