Objective, Burma!
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:13:00
Mijn jongens zijn erop getraind.
1:13:02
Ze waren toch getraind voor springen?
Niet voor lopen.

1:13:05
Waarom ging je niet bij de marine?
1:13:07
Ik kan verder lopen dan zwemmen, maat.
1:13:09
Broph, snij eens een plakje rosbief
voor me af.

1:13:12
Met wat braadvet erop.
1:13:15
Dank je. Heerlijk.
1:13:17
AI dat vlees en geen aardappelen.
1:13:23
Soapy, ken ik het menu voor vanavond?
1:13:26
Twee pakjes biscuit, een blikje kaas.
Een zakje citroen- of sinaasappelpoeder.

1:13:30
Vier klontjes suiker.
Een pakje met vier sigaretten.

1:13:33
Een pakje lucifers.
1:13:34
Een reep chocola. Een stukje kauwgom.
1:13:36
Wat, geen striptease?
1:13:38
Natuurlijk wel!
De meisjes halen even hun waaiers.

1:13:41
Wat is er aan de hand, kapitein? Bezorgd?
1:13:44
Ik wou dat Jacobs kwam.
1:13:45
Jacobs. Een aardige vent.
1:13:48
Weet u wat hij me vertelde?
Dat hij leraar was.

1:13:50
Dat klopt.
1:13:51
Rare plek voor een leraar, niet?
Of een architect.

1:13:56
Was u dat?
1:13:58
-Waar?
-Maine.

1:14:00
-Maine. Verdiende u daarmee wat?
-Nee.

1:14:02
Niet veel, maar dat was oké.
1:14:05
Zie je...
1:14:06
de meeste mensen werken 50 weken
per jaar en krijgen twee weken vakantie.

1:14:10
Ik werkte twee weken
en had 50 weken vakantie.

1:14:12
Zo had ik veel tijd om te vissen.
1:14:16
Er komt iemand aan. Daar.
1:14:20
Dekking.

vorige.
volgende.