Golden Earrings
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:00
Voor ik je zag...
:19:02
...hebben de watergeesten me verteld
dat je zou komen.

:19:05
Dat wordt mijn man, zei ik tot mezelf.
:19:10
Liebling, je bent mijn man.
:19:14
Niets kan daar iets aan veranderen.
:19:17
Hou op met die onzin.
:19:19
Hoe weet je die dingen over me?
En over de ontsnapping?

:19:23
In de stad gehoord.
Ze doorzoeken het bos en bij het meer.

:19:33
Mooie wol.
:19:39
En handschoenen.
:19:44
Die had ik nog nooit.
:19:48
Mooie handschoenen.
:19:53
Dat is zo.
- Wat is zo?

:19:55
Waar je net aan dacht.
:19:59
Dat het veiliger is met
z'n tweeën te reizen.

:20:02
Hoe wist je waar ik aan dacht?
:20:07
Hij is er.
:20:09
De wagen?
:20:11
We kunnen overdag reizen.
Over de sluipweggetjes.

:20:14
De zigeunerweggetjes.
Daar letten ze niet op.

:20:21
Hoe ver denk je te komen in
die Duitse laarzen?

:20:24
Ik wou dat je ophield met gedachtelezen.
- Ze kijken altijd naar je voeten.

:20:27
Dat brengt een mens van z'n stuk.
Alsof ze je zonder broek vinden.

:20:32
Waarom vertrouw je me niet?
:20:34
Ik zal wel moeten.
:20:36
Kom in de huifkar.
Het is warm.

:20:41
Prima huifkar. Niet zoals anderen,
met gaten.

:20:45
Geef maar.
- Nee.

:20:47
Morgen gooien we het wel weg.
:20:50
Maar je moet eerst slapen.

vorige.
volgende.