Golden Earrings
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:20:02
Hoe wist je waar ik aan dacht?
:20:07
Hij is er.
:20:09
De wagen?
:20:11
We kunnen overdag reizen.
Over de sluipweggetjes.

:20:14
De zigeunerweggetjes.
Daar letten ze niet op.

:20:21
Hoe ver denk je te komen in
die Duitse laarzen?

:20:24
Ik wou dat je ophield met gedachtelezen.
- Ze kijken altijd naar je voeten.

:20:27
Dat brengt een mens van z'n stuk.
Alsof ze je zonder broek vinden.

:20:32
Waarom vertrouw je me niet?
:20:34
Ik zal wel moeten.
:20:36
Kom in de huifkar.
Het is warm.

:20:41
Prima huifkar. Niet zoals anderen,
met gaten.

:20:45
Geef maar.
- Nee.

:20:47
Morgen gooien we het wel weg.
:20:50
Maar je moet eerst slapen.
:21:02
Je hebt niet gezegd hoe je heet.
- Liddie.

:21:05
Liddie? Als je het niet erg vindt,
noem ik je Lydia.

:21:14
Dat is mooi.
:21:20
Morgen krijg je een mooie jas van me.
:21:23
Een mooie, blauw met gele zigeunerjas.
:21:26
En laarzen en een scheermes.
:21:29
Het scheermes was van
mijn tweede man.

:21:32
Dank je. Je man? Waar is hij?
:21:36
Vermoordde 'n gadze. Werd opgehangen.
- Mooi. Ik bedoel, arme vent.

:21:44
Mooi, hè?
:21:48
Slaap hier maar.
Trek je laarzen uit.

:21:55
Lydia, wat is een gadze?
:21:59
Lemand die geen zigeuner is.

vorige.
volgende.