:22:04
Gadze klinkt als een vloek.
:22:06
Dat is zo, behalve als ie blauwe ogen
heeft en je geluk brengt.
:22:12
Ik kan mezelf wel uitkleden, hoor.
:22:22
Dit is comfortabel.
:22:25
Erg prettig zelfs.
:22:28
Wat ben ik moe.
Ik begin oud te worden.
:22:31
Nee. Je bent jong en sterk...
:22:35
...en je bent mijn knappe man.
:22:38
Alsjeblieft, je handen.
:22:40
Kun je niet op ze gaan zitten?
:22:44
Ik denk dat ik maar
bij het vuur ga slapen.
:22:46
Nee, buiten. Ik blijf op de uitkijk.
Bij de rivier.
:22:49
Waarom?
- De Nivashi.
:22:53
Pardon?
- De Nivashi en de Pavushti.
:22:57
De watergeesten.
- O ja. De elfjes.
:23:02
Ze hebben je gestuurd
omdat ik geen man heb.
:23:04
O jee.
- Nee, echt.
:23:07
Ik reis al vijf dagen alleen.
:23:12
Een vrouw hoort niet alleen te zijn.
:23:14
Dus ik zal de geesten vanavond...
:23:17
...als ze uit het water komen bedanken.
:23:33
Wat is die verschrikkelijke stank?
:23:35
Mijn haar.
:23:37
Kijk maar.
:23:40
Jasmijn, viooltjes.
:23:43
En levertraan. Hemeltje.
:23:45
Lekker, hè? Morgen doe ik
wat op jouw haar.
:23:51
Nu moet je gaan slapen, mein süßer.