:25:04
Net een circustent
die rouwt om een dode olifant.
:25:09
Helemaal niet.
- Ik ben niet blind, hoor.
:25:11
Ik heb geprobeerd om hem te verstellen.
Ik ga m'n pak maar weer aantrekken.
:25:16
Hij zit te hoog. Wat is het?
Een avondjurk met col?
:25:20
Hij zat iets lager,
maar ik heb hem versteld.
:25:24
Dat zie ik.
:25:26
We halen die speld hier weg,
want daar zit hij toch maar in de weg...
:25:30
en we zetten hem hier weer in.
Daar hoort hij thuis.
:25:33
Hij zag er op de fiets zo mooi uit.
:25:35
Hou op. Je hebt voor mij 'n mooie jurk
aangetrokken, en ik vind je mooi.
:25:39
Waar heb je zoveel
over vrouwenkleding geleerd?
:25:43
M'n moeder droeg vrouwenkleding.
:25:45
Je bent een snoes. Weet je dat?
:25:49
lk kan een congreslid niet tegenspreken.
:25:52
Je hebt teveel troep op je mond.
:25:54
Ja?
- Sta stil.
:25:59
Nu zijn we er klaar voor.
:26:03
We zijn je mantel vergeten.
:26:09
Je zult veel aandacht trekken
in de officierskantine.
:26:12
Daar wil ik niet heen.
- Waar wil je gaan eten?
:26:15
Een beschaafde plek.
:26:17
In Berlijn?
:26:19
Waar die zangeres...
Weet je wel, die tent.
:26:23
Je wilt toch niet naar dat riool?
:26:25
lk wil een donkere
en vrolijke plek met muziek.
:26:28
wil je bijna nieuwe illusies kopen?
:26:34
tweedehands
:26:37
het waren mooie illusies
ze reikten heel hoog
:26:42
ijdele verwachtingen
:26:46
er zat een stukje paradijs in
:26:50
een onverklaarbare bekoring
:26:55
want in dit absurde paradijs
:26:59
ben je verliefd op pijn