:50:01
Daar zijn niet genoeg woorden voor.
:50:03
Maar ik wil iets zeggen
om hem te verdedigen.
:50:06
Ik luister niet.
- Geloof me.
:50:08
Hij komt er niet heelhuids vanaf.
:50:10
Hij boet er nu al voor.
:50:13
Het is niet fijn
om een lopend doelwit te zijn.
:50:20
Ik zou het op prijs stellen
als u me met rust liet.
:50:25
Wilt u in het vliegtuig
wat te lezen hebben?
:50:28
Dat zijn geen tranen. Ik was m'n handen
aan het wassen toen hij hem voor u meegaf.
:50:35
Goed dan, ik leg hem daar wel neer.
:50:48
Het klaart op.
We kunnen over 20 minuten opstijgen.
:51:03
Heren, ik heb net gehoord dat er
tot morgenvroeg geen vluchten zijn.
:51:08
We kunnen beter teruggaan naar de stad.
:51:11
Het spijt me. We moeten wachten
tot de mist opklaart.
:51:32
tussen de ruïnes van Berlijn
:51:36
staan de bomen in bloei als nooit tevoren
:51:40
soms voel je 's nachts al je verdriet
:51:44
haar parfum is als van een zoete toekomst
:51:48
dan besef je eindelijk
:51:52
dat de spoken van het verleden
niet terug komen
:51:56
er bloeit een gloednieuwe lente op