Cinderella
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:32:01
het comité stuurt u.
:32:03
Kom je helpen met 't feest ?
:32:06
U bent Nederlands.
- Nee. Ik bedoel ja.

:32:10
Uwe Hoogheid is laat.
We moeten terug naar 't paleis.

:32:14
Zullen we samen terugrijden ?
- Op paarden ?

:32:21
Sir Hugh ?
:32:23
Heb je wel eens eerder gereden ?
:32:34
Perzikbloesem.
:32:36
Wat aardig.
Dank je.

:32:42
O, daar bent u.
:32:44
De kleermaker is op van de zenuwen,
de kok is geflipt.

:32:49
En ze vragen allemaal naar u.
:32:51
Zet je deze in 'n vaas ?
Ik kom zo.

:33:01
Geweldig. Ik help Assepoesje
met de bloemen.

:33:20
Pom Pom.
:33:27
Ik hoor niet meer bang
te zijn voor katten.

:33:32
Ik ben nu mens.
Groter dan 'n kat.

:33:35
Maar ik ben nog steeds bang.
:33:44
Mooi. Je hebt 'n vaas gevonden.
:33:48
Fijn dat ik kan helpen.
:33:51
Gravin Le Grand wacht in de hal.
:33:54
kan jij haar even bezighouden ?

vorige.
volgende.