Trapeze
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:09:02
Slecht getimed.
Je bent er niet bij met je hoofd.

1:09:06
Kap er maar mee voor vandaag.
Morgen zal het lukken.

1:09:18
- Kom, ik ga je iets nieuws leren.
- Wat dan?

1:09:22
- Een pirouette als je weer teruggaat.
- Dat is nog te moeilijk.

1:09:27
Jij wou aan de trapeze. Een vogelnestje
heen en een pirouette terug.

1:09:32
Ik zal het proberen.
1:10:06
- Wees niet zo gemeen.
- Jij hebt me op 't idee gebracht.

1:10:10
- Toe.
- Hou je erbuiten.

1:10:18
Wat ben je stil vanavond.
Zit je iets dwars?

1:10:22
Nee, hoor. En zo stil was ik niet.
We hebben over het werk gepraat.

1:10:27
Als ik bij jou ben, wil ik over jou praten.
1:10:34
Of liever gezegd...
1:10:48
Het is al laat.
1:10:50
Ik vind het heerlijk om bij je te zijn.
Zo samen.

1:10:56
Vandaag drie shows, morgen weer drie.
Ik ben bekaf.


vorige.
volgende.