:40:03
	Ik heb ooit aan de spoorlijn gewoond.
:40:06
	Met het raam open is het lawaai
bijna niet te verdragen.
:40:09
	- Je kunt jezelf amper horen denken.
- Wilt u ter zake komen?
:40:13
	Laten we twee getuigenverklaringen
eens met elkaar combineren.
:40:18
	Eerst de onderbuurman.
:40:22
	Die heeft de zoon horen dreigen.
:40:24
	Een seconde later hoort hij iemand vallen.
:40:27
	- Eén seconde later.
- Oké.
:40:29
	Dan hebben we de overbuurvrouw.
:40:31
	Die heeft onder ede verklaart
dat ze de moord heeft zien plegen
:40:35
	door de laatste twee coupés
van een passerende trein heen.
:40:39
	- Nou en?
- Wacht even.
:40:41
	We denken dat het tien seconden duurt
voor een trein is gepasseerd.
:40:46
	Ze heeft de moord
door de laatste twee coupés gezien,
:40:50
	dus we kunnen aannemen dat het lijk
op de grond viel toen de trein langskwam.
:40:55
	Dus die trein raasde al tien seconden
langs het raam van de onderbuurman
:40:59
	toen hij iemand op de vloer hoorde vallen.
:41:02
	Volgens zijn verklaring hoorde hij het
dreigement één seconde voor de bons.
:41:07
	Dus hij hoorde de zoon roepen
over het gebulder van de trein heen.
:41:12
	- Dat bestaat niet.
- Natuurlijk wel.
:41:14
	- Denkt u?
- Hij zei dat hij heel hard riep.
:41:18
	Hij kan zijn stem nooit herkend hebben
boven die trein uit.
:41:21
	Het gaat om een paar seconden.
Zo nauw komt het niet.
:41:24
	Een verklaring die iemand ter dood
kan veroordelen, komt wel zo nauw.
:41:30
	- Hij kan het best gehoord hebben.
- Je weet het niet, met al dat lawaai.
:41:34
	- Wat raaskallen jullie nu?
- Het bestaat niet dat hij dat kon horen.
:41:38
	- Waarom zou hij liegen?
- Misschien wilde hij aandacht.
:41:42
	Stuur die slimme opmerkingen van u
maar naar de krant, die betalen ervoor.
:41:47
	U hoeft niet zo onbeleefd te doen.
:41:50
	Iemand die zo tegen een oude man praat,
verdient een lesje.
:41:54
	Een beetje respect is
wel op zijn plaats, meneer.
:41:57
	Als u nog één keer zo tegen hem praat,
gaat u tegen de vlakte.