:09:09
Tom, kunnen we nu zakendoen?
:09:14
M'n laars is aan m'n voet gegroeid.
Het lijkt wel rundvlees.
:09:22
Ik vond je al zo stil net.
- Dat was kinderspel.
:09:26
Nu kan een echte man zakendoen.
Ik geef je 2,5 cent voor alles.
:09:33
Je weet hoe ik ben. Ik hou ze liever
vast tot de prijs omhooggaat.
:09:39
Giet het er maar in.
- Daar heb je geen tijd voor.
:09:43
Je moet naar je volgende kudde.
- Je zit om vlees te springen. Mike.
:09:51
Ik geef je alles voor 48.000.
- Afgesproken.
:09:55
Genoeg gedold. Ter zake.
Pak een stoel en drink wat met me.
:10:02
We hebben meer whisky nodig.
:10:08
Denk nou eens na. Hou ermee op
en kom hier bij mij werken.
:10:13
We bouwen de grootste
vleesverwerkingsfabriek in de stad.
:10:18
De zakenwereld is niks voor mij.
Ik krijg al jeuk als ik eraan denk.
:10:26
Ga je omkleden. We gaan naar
de opera met een paar mooie meiden.
:10:31
En het feest dan?
- Dat is daarna. Giet het er maar in.
:10:38
Daar is het feest al begonnen.
:10:51
Doe die deur eens dicht.
Ik bevries hier bijna.