:20:03
We gaan. Pak je spullen.
De trein vertrekt over tien minuten.
:20:12
Wakker worden, Mendoza.
:20:15
Kom. We gaan naar het zuiden.
- Nu al. Wat is er gebeurd?
:20:19
Hebt u al uw geld nu al verloren?
- Ik heb het meeste teruggewonnen.
:20:26
Nu heb ik nog wat.
- U hebt een partner, hè.
:20:30
Wie heeft je dat verteld?
:20:32
Hij.
:20:36
Hij maakte me al vroeg wakker.
Hij vindt het zo spannend.
:20:40
Hij heeft een vriendin in Guadelupe.
:20:45
Hoe voel je je?
- Ik heb hoofdpijn.
:20:50
Luister eens, jongen...
- Ik heet Frank.
:20:54
Ik heb gisteren wat van je geleend.
Ik betaal je terug. Met rente.
:20:59
Ik wil het geld niet terug.
We zijn partners.
:21:03
Ik was dronken gisteravond.
Ik heb nog nooit een partner gehad.
:21:09
Pak aan en ga terug naar het hotel.
- Ik heb m'n baan opgezegd.
:21:16
Dat is niet zo slim.
:21:20
Doe je dit voor je vriendin?
- We hadden een afspraak.
:21:26
Ik heb eraan meebetaald.
Meer wil ik niet.
:21:30
Zeg dat niet. Ik rij al twintig jaar
door dit land. Ik ben overal geweest.
:21:37
Die ervaring is niet te koop.
:21:40
Heb je m'n pijlwonden gekocht?
- Nu snap ik waarom je niks tekent.
:21:45
Je houdt altijd woord, zei je.
- Neem je geld nou maar aan.
:21:50
Zo werkt het niet.
- Dat klopt.
:21:52
Hoe weet jij dat nou?
- Anders had je hem nu al vermoord.