:19:03
Het is niet dat ik u niet vertrouw...
- Het is al goed.
:19:13
En je mag trouwens wel Tom zeggen.
:19:18
Wat aardig. Ik heet Frank.
:20:03
We gaan. Pak je spullen.
De trein vertrekt over tien minuten.
:20:12
Wakker worden, Mendoza.
:20:15
Kom. We gaan naar het zuiden.
- Nu al. Wat is er gebeurd?
:20:19
Hebt u al uw geld nu al verloren?
- Ik heb het meeste teruggewonnen.
:20:26
Nu heb ik nog wat.
- U hebt een partner, hè.
:20:30
Wie heeft je dat verteld?
:20:32
Hij.
:20:36
Hij maakte me al vroeg wakker.
Hij vindt het zo spannend.
:20:40
Hij heeft een vriendin in Guadelupe.
:20:45
Hoe voel je je?
- Ik heb hoofdpijn.
:20:50
Luister eens, jongen...
- Ik heet Frank.
:20:54
Ik heb gisteren wat van je geleend.
Ik betaal je terug. Met rente.
:20:59
Ik wil het geld niet terug.
We zijn partners.