Vertigo
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:45:01
- Bedankt.
- Weet je 't niet meer ?

:45:05
Nee, ik...
:45:09
Herinner je je waar je was ?
:45:13
Ja. Natuurlijk herinner ik me dat.
:45:18
Maar toen moet ik duizelig zijn geworden
en flauw zijn gevallen.

:45:22
Waar was je ?
:45:24
Bij het Oude Fort.
:45:29
Natuurlijk herinner ik 't me.
Ik ga er vaak heen.

:45:32
Waarom ? Waarom ga je erheen ?
:45:34
Omdat ik het zo mooi vind.
Het is er schitterend.

:45:38
Vooral bij zonsondergang.
:45:42
Bedankt voor het vuur.
:45:44
Waar was je daarvoor ?
:45:46
- Wanneer ?
- Vanmiddag, bedoel ik.

:45:51
Ik dwaalde wat rond.
:45:52
Weet ik, maar waar ?
Waar was je vlak daarvoor ?

:45:58
In de stad aan het winkelen.
:46:02
Hier, neem wat koffie.
:46:04
Hij is nog warm.
:46:08
Je bent erg op de man af met je vragen.
:46:11
Sorry. Ik wilde niet onbeleefd zijn.
:46:15
Dat ben je niet.
Je bent alleen op de man af.

:46:21
Wat deed jij daar, bij het Oude Fort ?
:46:25
Gewoon ronddwalen.
:46:27
- Hou jij daar ook van ?
- Ja.

:46:30
Waar was jij daarvoor ?
:46:33
Ik was bij het Paleis van het Erelegioen,
de kunstgalerie.

:46:37
Ja, da's een prachtig plekje, nietwaar ?
:46:40
Ik ben nooit binnen geweest,
maar als je er langs rijdt, is 't prachtig.

:46:50
Gelukkig dat jij ronddwaalde.
:46:53
Bedankt.
:46:54
Ik heb je erg veel last bezorgd.
:46:56
Nee, nietwaar.

vorige.
volgende.