1:05:00
Wanneer? - Vanavond.
Ik moet naar Connecticut.
1:05:04
Heb ik dat niet verteld?
- Nee!
1:05:07
Nee.
1:05:09
Een vriend van me, een zakenpartner,
1:05:11
heeft daar een huis
en hij wil per se dat ik het gebruik.
1:05:15
Ik kon gewoon niet weigeren.
1:05:19
Waarom moet je...?
- Ik ga het misschien kopen en...
1:05:23
En ik wil het eerst zien.
1:05:29
Hoe lang blijf je weg?
- Het hele weekend.
1:05:33
Het zal daar wel eenzaam zijn.
1:05:39
Jij zult wel geen...
1:05:41
Geen wat?
1:05:44
Nee, ik ben bang dat ik je dat niet
kan vragen. - Vraag maar.
1:05:49
Goed...
1:05:51
Nee, het zou niet gepast zijn.
- Rex, we zijn allebei ouder dan 21.
1:05:55
Ik bedoel...
1:05:57
Ik kan je nu toch wel vertrouwen.
1:06:02
Ma'am,
1:06:04
als ik je naar huis stuur in een taxi,
hoelang heb je dan nodig om te pakken?
1:06:10
Ongeveer een uur. - 45 minuten.
- We verspillen tijd.
1:06:20
"Je hebt gelogen,
1:06:23
jij smeerlap,
1:06:25
en het zal je berouwen.
1:06:32
Je hebt gelogen, jij smeerlap,
1:06:37
en dat is niet eerlijk."