Barabbas
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:26:02
Waarom bent u hier?
-Dat weet u best.

:26:09
Waar zijn jullie bang voor?
:26:12
Waar zijn we eigenlijk bang voor?
:26:16
Net als wij vraagt u zich af:
Wat is de waarheid?

:26:20
Dat jullie zijn lichaam hebben gestolen.
:26:24
Denkt u dat we het hier verstopt hebben?
:26:27
Er is iets anders gebeurd.
:26:29
U zult Hem hier alleen vinden
als Hij Zelf komt.

:26:33
Door die deur, net als u.
:26:37
Ik heb z'n lichaam gezien. Hij was dood.
:26:41
Als u dat zeker wist,
zou u nu niet hier zijn.

:26:44
Hij is opgestaan.
Ik vertrouw op Hem en wacht af.

:26:59
Waarom maakt u een visnet?
De zee van Galilea is hier ver vandaan.

:27:05
Ik doe het uit gewoonte.
:27:08
Vanaf heden
moet ik gaan vissen in de steden.

:27:11
Toen Hij ons meevroeg,
maakte Hij een grapje.

:27:15
Hij zei dat we vissers van mensen
zouden worden.

:27:21
Hij meende het wel.
:27:23
Wij moeten mensen uit de donkere zee
naar het Licht brengen.

:27:29
En u noemt zich een visser?
Weet u wat er met de vissen gebeurt?

:27:33
Ze worstelen,
snakken naar adem en gaan dood.

:27:37
We worstelen en snakken naar adem.
Dat zei u goed.

:27:45
Arme vissen.
:27:48
Ook ik worstel en snak naar adem.
-En ga dood.

:27:56
Ik ga dood teneinde te leven.
:27:59
Dat voordeel hebben mensen boven vissen.

vorige.
volgende.