Cleopatra
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:36:01
Ik heb iets belangrijks te melden.
:36:05
Er gaan al de hele dag manschappen
aan boord van de Egyptische galeien.

:36:09
Wanneer zijn ze klaar voor de aanval?
-Morgen, als de wind opsteekt.

:36:14
Steek ze vannacht in brand.
:36:16
Ze liggen vlak bij de oever.
Het vuur kan naar de stad overslaan.

:36:20
Hopelijk gebeurt dat niet. Ik kan
geen blokkade riskeren. Niet eerder.

:36:25
Bereid het zo heimelijk mogelijk
voor. Ik heb deze dag nodig.

:36:29
Succes.
:36:33
Waarom niet eerder? Waarvoor
heeft hij die tijd nodig?

:36:37
Dat kan ik je niet
vertellen, voorlopig.

:36:48
Flavius.
-Hier is het, Caesar, net aangekomen.

:36:52
De goden zouden ons
niet zo moeten kwellen.

:36:58
Het is nog beter dan ik gehoopt had.
Vertrek meteen, er is niet veel tijd.

:37:03
Heil, Caesar.
:37:25
Het wordt 'epilepse' genoemd vanwege
de kromming ten gevolge van krampen.

:37:32
De Grieken beschouwden de lijders
als uitverkorenen van de goden.

:37:37
Men zegt dat Alexander de Grote
aan deze vallende ziekte leed.

:37:42
En men zegt dat de machtige
Caesar er ook aan lijdt.

:37:47
Sisogenes, de bibliotheek.
-Waar heb je het over?

:37:51
De Romeinen hebben de Egyptische
vloot in brand gestoken.

:37:55
Komt u zelf maar kijken, de brand
is naar de stad overgeslagen.

:37:59
Een klein deel maar, maar
de bibliotheek staat wel in brand.


vorige.
volgende.