:58:00
Dit is de ring die je vader
je gegeven heeft.
:58:04
Hij is nu van jou, voorgoed.
:58:07
Draag hem met trots en met ere.
:58:12
Ik ben bang. Ik weet wel
dat ik dat niet moet zijn.
:58:16
Wie heeft dat gezegd? Alle koningen
en zeker koninginnen zijn bang.
:58:23
Ze zien eenvoudig kans
om het niet te laten merken.
:58:26
Iets wat gewone mensen niet kunnen.
:59:25
Heil, Antonius.
:59:49
Hoe dichtbij is Octavianus?
-Achter die lage heuvel.
:59:53
Bij het vallen van het duister zullen
hun vuren de hemel verlichten.