:29:03
Nee.
:29:05
Het is ongewoon
dat een vrouw een boek leest...
:29:08
als ze kan paardrijden, maar het kan.
:29:11
Het kan, ja.
- Ik hoop dat u tevreden bent.
:29:14
Verre van, maar
voorlopig laten we het hierbij.
:29:18
Leg alstublieft een verklaring af
en zorg dat u beschikbaar blijft.
:29:23
Ik ben bij de hoofdagent.
- Ja, meneer.
:29:26
Momentje, inspecteur.
Moeten we allemaaI blijven?
:29:30
Tenminste tot na de lijkschouwing.
:29:33
Ik moet morgen naar het noorden.
:29:35
Dat kan helaas niet.
:29:37
Lord Fotherways schilderijen
worden verkocht.
:29:41
Ik heb een klant
voor de Gainsborough.
:29:44
U heeft toch ook een partner?
:29:48
Houdt u mij in de gaten?
- Kan uw partner de verkoop niet aan?
:29:53
JaweI, maar...
- Mooi. Goedendag.
:29:56
Misschien kan ik u
als eerste spreken, meneer?
:30:00
Ik wiI u iets vertellen.
:30:02
Ja?
- Ik probeer een zaak te runnen.
:30:05
Een politiewagen
maakt geen goede indruk.
:30:09
Kunt u voortaan niet incognito komen?
- Verder nog iets?
:30:12
Is dat niet genoeg?
- JaweI, goedemorgen.
:30:17
Ziet u dat?
- Ik kan't niet missen.
:30:20
Het is een Broadbreech-zadeI.
:30:23
Uit Northampton. Een origineeI. Kijk.
- Wat?
:30:26
Kijk naar de datum,
achter de stijgbeugeI.
:30:30
Er staat...
:30:31
Nee, laat mij het zeggen.
:30:34
1882.
:30:35
Nee, ik lieg. 1885.
:30:38
Goh.
:30:39
Ik weet ook van wie. Ik heb er
maar een keer eerder een gezien.
:30:43
Lady Curthbrackle.
:30:46
Nee. Het is van...
:30:49
Van mij. Hallo, inspecteur.
Het was van mijn moeder.
:30:53
Het is prachtig.
:30:55
Hopelijk heeft u er 'n dier voor,
en voor mij.
:30:58
Ja hoor.