Marnie
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:57:08
Kom mee.
:57:15
Ik wist dat je zou vluchten
en geld nodig had.

:57:19
De sleutel miste ik vrijwel direct.
:57:24
Als je m'n moeder inlicht,
vermoord ik je.

:57:29
Ik zeg niets over die berovingen.
:57:34
Zij gaat ons wat vertellen.
:57:46
Schiet op.
:58:08
Je bent binnen.
- Wat moet...

:58:11
Sorry dat we zo binnenvallen.
Maar u weet hoe ze is bij onweer.

:58:17
Stel je niet zo aan, Marnie.
:58:20
Wie bent u ? Niet Mr. Pemberton.
- Nee. Wie is dat ?

:58:25
Wat moet u dan met mijn Marnie ?
- Ik ben Mark Rutland. Haar man.

:58:31
Het gaat niet goed. Al lang niet.
Sinds uw ongeluk.

:58:35
Wat ?
- U noemt het toch altijd uw ongeluk ?

:58:39
Wat denkt u wel ? U stormt hier binnen
en begint over mijn ongeluk.

:58:46
U bent niet met haar getrouwd.
:58:50
U moet haar helpen.
U moet alles vertellen.

:58:54
Ze weet niet meer wat er die nacht
is gebeurd. Ze moet het weten.

:58:59
U moet haar helpen.
- U bent gek.


vorige.
volgende.