:58:08
	Je bent binnen.
- Wat moet...
:58:11
	Sorry dat we zo binnenvallen.
Maar u weet hoe ze is bij onweer.
:58:17
	Stel je niet zo aan, Marnie.
:58:20
	Wie bent u ? Niet Mr. Pemberton.
- Nee. Wie is dat ?
:58:25
	Wat moet u dan met mijn Marnie ?
- Ik ben Mark Rutland. Haar man.
:58:31
	Het gaat niet goed. Al lang niet.
Sinds uw ongeluk.
:58:35
	Wat ?
- U noemt het toch altijd uw ongeluk ?
:58:39
	Wat denkt u wel ? U stormt hier binnen
en begint over mijn ongeluk.
:58:46
	U bent niet met haar getrouwd.
:58:50
	U moet haar helpen.
U moet alles vertellen.
:58:54
	Ze weet niet meer wat er die nacht
is gebeurd. Ze moet het weten.
:58:59
	U moet haar helpen.
- U bent gek.
:59:04
	Anders vertel ik het. Ik weet alles.
:59:08
	U weet niet wat er precies is gebeurd.
Alleen ik weet dat.
:59:15
	Als u zo goed op de hoogte bent,
weet u dan ook dat geen enkele man...
:59:21
	... uw dochter mag aanraken ?
Zij weet niet waarom. U weet het wel.
:59:26
	Zou u haar niet eens vertellen
hoe dat gekomen is ?
:59:30
	Wat maakt het uit ?
Het is juist goed dat ze dat zo voelt.
:59:36
	Zeer interessant, maar ik heb
een detective ingeschakeld.
:59:41
	Ik heb de stukken gelezen.
U hebt terechtgestaan voor moord.
:59:46
	En u verdiende de kost
door mannen te ontvangen.
:59:51
	U heeft die avond
een klant vermoord.
:59:58
	Onweerde het toen ook ?
Is Marnie daarom bang voor onweer ?