Topkapi
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:20:02
- Kent u Istanbul?
- Turkije, Istanbul...

:20:04
Mooi. Dan gaat u met
die auto naar het Hilton in Istanbul.

:20:10
- Zijn uw papieren in orde?
- Ja, Mr... Ja.

:20:15
Geef de sleutel
in het hotel aan de portier.

:20:17
Zeg hem dat de auto
voor Mr Plimpton is. P-l-i-m-p...

:20:22
P-t-o-n.
:20:24
De autopapieren
zitten in het handschoenenvakje.

:20:30
Dan is er nog iets, Simpson.
:20:32
Die auto is ruim 13.000 dollar waard.
:20:35
Mr Plimpton belt me morgen om vijf uur,
en anders bel ik de politie.

:20:41
Dat had u niet moeten zeggen.
:20:43
We kunnen hem vertrouwen.
:20:45
Hij heeft een betrouwbaar gezicht.
:20:49
- Dank u, Mrs...
- Miss.

:20:56
- Bon voyage, Mr Simpson.
- Succes, Arthur Simpson.

:21:00
Stel dat ze de auto
bij de grens gaan doorzoeken.

:21:05
Dat kan.
:21:07
- Dan zien ze...
- Dat houden ze.

:21:09
- En Simpson?
- Die houden ze daar dan ook.

:21:13
- Ze zullen vragen stellen over ons.
- Nou en?

:21:16
Plimpton heeft de auto gehuurd
en hij bestaat niet.

:21:30
Nu is al onze hoop gevestigd
:21:32
op die auto met die...
Hoe noemde je hem?

:21:36
Sufferd.

vorige.
volgende.