1:22:32
	Je bent nogal vroeg.
- Ik wou niet te laat komen.
1:22:36
	Komt hij?
- Hij zou er om twee uur zijn.
1:22:41
	Geef maar hier.
1:22:44
	Hallo, wat een ijskoude handen.
1:22:49
	Zit je er soms over in?
- Een beetje.
1:22:53
	Je hebt kringen onder je ogen.
- Ik kon niet in slaap komen.
1:23:02
	Je kunt je voorbereiden
als je er klaar voor bent.
1:23:22
	Ik had me weer in de nesten gewerkt.
1:23:25
	Het is die dag aan het water gebeurd.
Drie maanden geleden.
1:23:31
	En ik dacht aan een meevallertje.
1:23:34
	Maar zoveel geluk
heb je nooit.
1:23:37
	Dus ik zei dat ik alles ging regelen.
1:23:40
	Het minste dat ik kon doen.
1:23:42
	Ik kende Harry toch ook.
Snap je wel?
1:23:47
	Kom binnen.
1:23:54
	Daar zijn we dan.
- Hoe bedoelt u dat?
1:23:58
	U hebt het gevonden.