1:23:02
	Je kunt je voorbereiden
als je er klaar voor bent.
1:23:22
	Ik had me weer in de nesten gewerkt.
1:23:25
	Het is die dag aan het water gebeurd.
Drie maanden geleden.
1:23:31
	En ik dacht aan een meevallertje.
1:23:34
	Maar zoveel geluk
heb je nooit.
1:23:37
	Dus ik zei dat ik alles ging regelen.
1:23:40
	Het minste dat ik kon doen.
1:23:42
	Ik kende Harry toch ook.
Snap je wel?
1:23:47
	Kom binnen.
1:23:54
	Daar zijn we dan.
- Hoe bedoelt u dat?
1:23:58
	U hebt het gevonden.
1:24:00
	Dit is de vrouw
over wie ik met u gesproken heb.
1:24:05
	Aangenaam.
1:24:07
	Hebt u geen spullen bij u?
- Geen vragen stellen.
1:24:11
	ln deze kamer kunt u
haar onderzoeken.
1:24:15
	Waarom zou ik haar onderzoeken?
1:24:18
	Dat moet toch, voor u het doet?
- Voor ik wat doe?
1:24:23
	Daar komt u toch voor?
- Misschien is het een misverstand.
1:24:27
	Ik heb u donderdagavond
toch gesproken?
1:24:30
	Hou je mond toch.
- Rustig maar.
1:24:41
	Ik moet eerst eens
met u beiden praten.
1:24:44
	Bent u getrouwd?
- Wij twee?
1:24:47
	Zien we er soms zo uit?
1:24:49
	Zij is getrouwd,
maar ik ben vrijgezel.
1:24:53
	ls er een kans dat u gaat trouwen?
- Niet echt. Wat jij, Lily?
1:24:59
	Bent u wel de vermeende vader?