:01:48
Ik weet het niet.
Ik weet het echt niet.
:01:54
Ik mag hem gewoon niet.
Dat is altijd zo geweest.
:01:59
Ik weet niet waarom.
Hij was best aardig.
:02:03
Maar hij rook altijd naar vanille.
Dat dronk hij als er geen wijn was.
:02:10
Ik kon niet tegen die lucht.
Dus ging ik achter hem staan.
:02:14
En dan werd hij kwaad,
zo kwaad dat hij me sloeg.
:02:21
En nog steeds als ik iets zoets ruik,
word ik draaierig.
:02:27
Associatiepatronen gebaseerd
op geuren komen veel voor.
:02:33
Ja, Eli?
:02:37
Ik heb dat niet,
dat geuren me tegenstaan.
:02:40
Ik associeer geuren niet
met een psychisch probleem.
:02:45
Ik heb eigenlijk meer
dat bepaalde geuren...
:02:51
aangename herinneringen oproepen.
Bijvoorbeeld...
:02:57
Ik was piccolo in een hotel in
Chicago. 14 jaar, eerste baantje.