:29:01
Dan twee paar, dan drie gelijken...
:29:06
en dan een straat.
:29:09
Drie gelijken?
:29:10
Drie van wat ook. Drie negens,
drie tienen, drie boeren.
:29:14
Welke zijn de tienen?
Kun je niet lezen?
:29:18
Lk ben nooit naar school geweest.
:29:21
Kun je schrijven?
Dan kon ik ook wel lezen.
:29:28
Wat kun je wel?
Trekken.
:29:35
Dat was zonde van de whisky.
:29:37
Waar jij heen gaat,
heb je geen whisky nodig.
:29:48
Op een tien staan tien dingen.
Tel je tenen maar.
:30:14
Max...
:30:16
hou je in. Dit is een rustig stadje.
Ik ken hier mensen.
:30:22
Goed, Mr Cord,
maar als u toevallig...
:30:25
Als ik een paard met
SSbrandmerk zie, kom ik je halen.
:30:32
Hier, een dollar.
Ga maar wat snoep kopen.
:30:59
Wat kan ik voor u doen, meneer?