1:27:02
Bedankt voor wat u doet.
1:27:04
Allemaal.
1:27:11
Ze had 'm neergeschoten.
- Ze heeft mij neergeschoten.
1:27:15
Heeft zij... ?
1:27:18
Het is me er een.
1:27:42
McLeod vertrekt met vier man.
1:27:45
Trekt hij zich terug ?
1:27:47
Dat kan niet in zijn werk,
als je 'n klus aanneemt.
1:27:52
Hij is deels indiaan.
1:27:54
Wij moeten denken dat hij vertrekt.
1:27:57
Dat zou kunnen.
1:27:59
Ik voel gewoon dat er
indianenproblemen aankomen.
1:28:05
Hoe laat is 't ?
- Een uur of twaalf.
1:28:09
De sheriff wou gewekt worden.
- Waarvoor ?
1:28:13
Voor hij aan de drank raakte,
deden we nu altijd onze ronde.
1:28:18
Wek 'm niet. Hij heeft genoeg
meegemaakt voor een nacht.
1:28:25
Wij gaan even rondkijken.
1:28:27
Dan geef ik jullie een penning.
1:28:32
Steek je rechterhand op.
1:28:36
Ik ben de tekst kwijt,
maar zeg: dat zweer ik.
1:28:40
Dat zweer ik.
- Nu zijn jullie hulpsheriff.
1:28:43
Helpt dit als ze op je schieten ?
1:28:47
Dan kunnen ze beter richten.
1:28:50
Sluit de deur achter ons.