:49:01
	Boei ze, schoenmaker. Schiet op.
:49:04
	- Waar is de sleutel?
- In de hoedrand.
:49:08
	- Om hun enkels.
- Om de enkels, schoenmaker.
:49:12
	Ik pak het goud.
:49:14
	- We verdelen het.
- Waarom niet?
:49:17
	Draai je om, dichtbij elkaar. Schiet op.
:49:20
	- Hilb. Bind hun handen hiermee.
- Goed.
:49:24
	Lieflijk geel, lieflijk geel
:49:27
	Lieflijk oranjegeel goud
:49:31
	Je bezorgt een man koorts
Je maakt een man dapper
:49:37
	Je bent warm als een vrouw
:49:40
	een schat om te bewaken
:49:43
	Lieflijk geel, lieflijk oranjegeel goud
:49:48
	Je gaat ervan kwijlen, nietwaar?
:49:54
	Jouw goud zit in de zadeltas.
:50:04
	- Wat is dat?
- Mijn oude peloton.
:50:12
	Tot ziens.
:50:17
	Ons goud?
:50:20
	Schoenmaker, neem de muilezel.
:50:27
	We hebben hem niet meer nodig, toch?
:50:30
	Denk eens na.
:50:34
	We laten hem in Mexico gaan.
:50:36
	- Inderdaad.
- Goed.
:50:38
	Zoals we bij de cavalerie zeggen:
Zonder paard is een man te voet.
:50:44
	Je bezorgt een man koorts
:50:47
	Je maakt een man dapper
:50:51
	Lieflijk geel, lieflijk oranjegeel goud