The Swimmer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:49:00
Nu op je rug. Goed zo.
:49:04
Weet je wat we 's winters doen?
We schaatsen op de tennisbaan.

:49:09
M'n meiden zien er schattig uit.
Net kabouters met hun puntmuts.

:49:15
Ik kan niet schaatsen.
-Dat leren we je wel.

:49:19
Dan gaan we ijshockeyen.
:49:23
Schoolslag. M'n kinderen denken
dat ik alles weet.

:49:28
M'n kinderen vinden me geweldig.
:49:36
Het is me gelukt.
Voor het eerst een hele baan.

:49:41
Gefeliciteerd.
:49:49
Maar het telt niet echt,
want er zat geen water in.

:49:53
Voor ons wel.
-Dat is toch bedrog?

:49:56
Zolang je maar echt gelooft
dat iets waar is, dan is het waar.

:50:03
Laten we het nog eens doen.
-lk moet ervandoor.

:50:08
Toe nou.
-Het wordt al laat.

:50:12
Ik had het graag gewild, maar...
-Ga dan maar.

:50:20
Ik bel je morgen wel
voor een uitnodiging.

:50:54
Wat is er?
-lk dacht dat je ging duiken.

:50:57
Dacht u dat ik ging duiken?
Er zit geen water in het zwembad.


vorige.
volgende.