:36:01
U bent in 't hoogseizoen
aangekomen, Mr. Fenty,
:36:04
maar we vinden wel 'n hotel
voor jullie allemaal.
:36:07
Als je niet doodgaat,
vermaken jullie je wel.
:36:13
We moeten fatsoenlijke mensen
niet naar onze stad brengen.
:36:16
Er kunnen een paar bij ons slapen.
kan jij de rest nemen ?
:36:20
Heb je ruimte in je hut
voor een paar invaliden ?
:36:25
Ben brengt haar man mee.
Mrs. Fenty, dit is Mrs. Rumson.
:36:29
Ik ben Mrs. Fenty's zoon, Horton.
Dit is mijn zus Laura Sue.
:36:33
Hier heb je wat dekens.
Blijf warm bij het vuur.
:36:45
Ik zorg wel voor de kinderen.
:36:48
Uw echtgenoot is een goede man,
Mrs. Rumson.
:36:50
Ja, dat zijn ze.
:36:52
Ik zei dat uw echtgenoot
een goede man is.
:36:55
Ja, dank u, Mrs. Fenty.
Maakt u zich geen zorgen.
:36:59
De kinderen slapen.
Ik zorg nu voor Mr. Fenty.
:37:02
Dank u, Mr. Rumson.
:37:04
Mijn naam is niet Rumson.
Zo heet mijn vrouw.
:37:12
Ik wed dat dat verwarrend klinkt,
nietwaar ?
:37:16
Een beetje, ja.
:37:19
Waarom hebben u en uw man
niet dezelfde naam ?
:37:23
Dat is gemakkelijk uit te leggen.
- Is dat zo ?
:37:31
In het Chinese deel van de stad
stond de Pagoda Hell Saloon,
:37:35
en daarboven woonde
een echte Mandarijnse prinses
:37:40
die me soms uitnodigde
voor een loempia.
:37:47
Ik zal bidden
voor de ongelukkige slachtoffers.
:37:50
Dominee, deze mensen
hebben genoeg geleden.
:37:53
Waarom ga je niet naar buiten
waar God beter kan horen,
:37:56
want ik praat hier binnen.
:37:58
Je kan niet zo tegen de dominee
praten waar iedereen bij is.